Beleid, Bestuur, Management & Pedagogiek in het kindcentrum

Back to the Future: werkgevers huren kinderopvang zelf weer in

Werkgevers die bereid zijn om de portemonnee te trekken, kunnen sinds kort kinderopvangplekken voor hun personeel inkopen bij Kindergarden, een van de grootste kinderopvangorganisaties in Nederland. Met zo’n gereserveerde plek kunnen werknemers de wachtlijsten omzeilen. Sinds enkele weken biedt Kindergarden deze dienst aan.


Door een nijpend tekort aan personeel zijn de wachtlijsten voor de kinderopvang door het hele land lang. Kinderen moeten geregeld meer dan een jaar wachten voor zij geplaatst kunnen worden. Dat heeft ook gevolgen voor de ouders, die ofwel andere opvang moeten zien te regelen, of minder moeten werken.

Kindergarden biedt de dienst WorkFamily Solutions aan, waarmee bedrijven daar omheen werken. Door bedrijfsplekken in te kopen, hebben werkende ouders via hun werkgever ‘gegarandeerd een plek voor hun kind’, schrijft de organisatie. Ook kan een bedrijf ‘back-up-plekken’ inkopen, zodat er altijd plek is voor incidentele kinderopvang.

Volgens Kindergarden gaat de nieuwe dienst niet ten koste van andere ouders die via de reguliere weg opvang kopen voor hun kinderen. Maar volgens Gjalt Jellesma van BOinK, de belangenorganisatie voor ouders in de kinderopvang, gaat die vlieger niet op. Want er is een groot tekort aan medewerkers in de kinderopvang.

‘Als er op de ene plek capaciteit wordt ingenomen door gereserveerde plekken, gaat dat ten koste van de opvangcapaciteit ergens anders. Het komt uit de lengte of uit de breedte. Uiteindelijk zal je zien dat partijen met de diepste zakken het meest kunnen betalen. Mensen in de zorg en het onderwijs zullen nooit kunnen betalen wat grote internationale bedrijven kunnen betalen’, aldus Jellesma.

Jellesma ziet liever dat de schaarste anders wordt verdeeld, door bijvoorbeeld ouders recht te geven op maximaal twee opvangdagen per week. Op die manier blijft de opvang voor iedereen toegankelijk, maar wel minder vaak.

Deze ontwikkeling brengt de kinderopvang weer terug naar de oude situatie, van vóór de invoering van de Wet Kinderopvang in 2005. Toen waren er ook bedrijfsplaatsen. In de oude situatie was het vaak zo dat een werkgever een overeenkomst had met een kindcentrum of gastouderbureau, in de vorm van bedrijfsplaatsen. Soms sloot de werkgever die overeenkomst rechtstreeks met het kindcentrum of het gastouderbureau. Maar meestal ging dat via een intermediaire organisatie die in opdracht van de werkgever de kinderopvangregeling uitvoerde. De werkgever vroeg vervolgens een bijdrage aan de ouders.

Met de Wet Kinderopvang werd dit omgedraaid: ouders hebben een overeenkomst met een kindcentrum en/of gastouderbureau en zijn verantwoordelijk voor de betaling. Daarvoor ontvangen zij een toeslag, waarin de oude werkgeversbijdragen zijn verwerkt. Daarmee zijn de oude bedrijfsplaatsen van voor 2005 vervallen.