In de brief pleit BMK voor vereenvoudiging en verruiming van de verlofregelingen zodat ouders overzicht en keuzevrijheid hebben, én meer recht hebben op verlof. ‘Dit draagt bij aan een goede hechting tussen ouder en kind in het eerste levensjaar (het belang van de eerste 1000 dagen in het leven van een kind!) en verhoogt de arbeidsparticipatie’, schrijft BMK.
Ook deelde BMK met de Kamerleden het artikel ‘Over babyopvang en de Nederlandse deeltijdeconomie’ door hoogleraar Janneke Plantenga en dr. Thomas van Huizen van de Universiteit Utrecht. Plantenga en Van Huizen schrijven in hun artikel dat in Nederland geen sprake is van een volgtijdelijk model – eerst ouderschapsverlof en dan kinderopvang, zoals in de meeste Europese landen – maar een parallel model: deeltijdverlof wordt gecombineerd met deeltijdkinderopvang.
‘Dat heeft consequenties voor ouders, kinderen en onze economie. Daarentegen heeft uitbreiding van ouderschapsverlof in het eerste levensjaar van het kind, naast directe voordelen voor ouders en kinderen, ook voordelige effecten op de arbeidsmarkt. Omgerekend kunnen 11.000 pedagogisch professionals worden vrijgespeeld als ouderschapsverlof wordt uitgebreid tot het kind 1 jaar is.’ Volgens de wetenschappers verkleint ouderschapsverlof in het eerste jaar de tekorten dus op twee manieren: het verlaagt de vraag naar kinderopvang en het vergroot de capaciteit van de sector door een efficiëntere inzet.