Ook het aantal uur kinderopvang per kind per maand is gestegen in het derde kwartaal (+0,3 uur), evenals de netto arbeidsparticipatie van vrouwen (+0,8 procentpunt) en mannen (+0,9 procentpunt). Het aantal gewerkte uren door zowel mannen als vrouwen blijft nagenoeg gelijk. In het derde kwartaal van 2023 steeg ook het aantal dagopvang- (+32 locaties) en bso-locaties (+86). Het aantal gastouderlocaties daalde juist (-714).
De werkelijke uurtarieven in de kinderopvang liggen gemiddeld boven de maximum uurprijzen. In het derde kwartaal van 2023 nam dit verschil toe ten opzichte van het tweede kwartaal (in alle opvangvormen met ongeveer 0,5 procent). Wel is het verschil tussen de werkelijke uurtarieven en de maximum uurprijzen kleiner dan in 2022. De volledige rapportage van het derde kwartaal van 2023 met gedetailleerde overzichten kun je hier bekijken.
SZW publiceert deze gegevens altijd op rijksoverheid.nl. Voortaan staan de gegevens op een nieuwe webpagina. Daar vind je de laatste kwartaalrapportage én alle voorgaande kwartaalrapportages tot 2020. Ook staat er de meerjarige ontwikkeling, uitgebeeld in grafieken.