Minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil zo vast werken aan een nieuw financieringsstelsel voor de kinderopvang, met meer zekerheid voor ouders over de kosten. Ook willen we kinderopvang voor de meeste ouders goedkoper maken, zodat meer werken loont. We verwachten dat hierdoor de vraag naar kinderopvang toeneemt. Om het aanbod mee te laten groeien gaat de kinderopvangtoeslag stapsgewijs omhoog tot 2027.’
Het kabinet heeft in totaal 429 miljoen euro uitgetrokken voor de verhoging van de kinderopvangtoeslag in 2025. Dit bedrag is het eerste deel van het extra budget voor kinderopvangtoeslag dat het kabinet tot 2027 heeft gereserveerd.
Met het ontwerpbesluit dat op 29 april 2024 in internetconsultatie is gegaan, wil de minister de toeslagpercentages, maximum-uurprijzen en toetsingsinkomens van de kinderopvangtoeslag voor 2025 aanpassen. Het definitieve besluit wordt uiterlijk in oktober gepubliceerd, zodat de Dienst Toeslagen voldoende tijd heeft om de wijzigingen door te voeren in de systemen.
Ook worden met het ontwerpbesluit de maximum-uurprijzen en toetsingsinkomens voor de kinderopvangtoeslag geïndexeerd op basis van de geraamde loon- en prijsontwikkeling. In 2025 worden de maximum-uurprijzen met 4,83 procent geïndexeerd en de toetsingsinkomens met 3,87 procent.
Door de maximum-uurprijzen iets lager te indexeren (met 0,04 euro) wordt het bijvoorbeeld mogelijk om het budget voor de vangnetregeling Sociaal Medische Indicatie (SMI) te verhogen. Tot slot worden de maximum-uurprijzen voor de gastouderopvang met 0,21 euro extra verhoogd om de kwaliteit van gastouderopvang te verbeteren. De maximum-uurprijzen van de kinderopvangtoeslag voor 2025 bedragen daarmee 10,71 euro in de dagopvang, 9,52 euro in de buitenschoolse opvang en 8,10 euro in de gastouderopvang.