Beleid, Bestuur, Management & Pedagogiek in het kindcentrum

OESO: te weinig kinderen naar voorschoolse educatie

Het Nederlandse onderwijs doet het goed, volgens de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), ook in vergelijking met andere OESO-landen. Dat blijkt uit de jaarlijkse ‘Education at a Glance’ van de OESO. Zo laat het onderzoek zien dat het funderend onderwijs in Nederland goed toegankelijk is. Wel is bij ons het lerarentekort ongelijk verdeeld over regio’s, wijken en over soorten scholen. Ook gaan kinderen van ouders met lage inkomens wel erg weinig naar kinderopvang en voorschoolse educatie.
OESO: te weinig kinderen naar voorschoolse educatie

Het jaarlijkse rapport Education at a Glance (EAG) van de OESO bevat gegevens over onder andere de structuur, financiën en prestaties van het onderwijs in de OESO-landen. Het rapport biedt informatie over de positie van het Nederlandse onderwijsstelsel en geeft inzicht in belangrijke (internationale) trends. De focus ligt op het thema gelijkwaardigheid in het onderwijs.

De personeelstekorten zijn vooral in de Randstad en op scholen met een complexere leerlingenpopulatie groter dan elders. Het is daarom verstandig de arbeidsmarkttoelage voor scholen met een hoge weging en de functiemix Randstad te behouden. Deze zijn ingevoerd is om het werken op deze scholen aantrekkelijker te maken. Maar het kabinet Schoof schaft deze functie-mixregeling vanaf 2026 af.

Hoewel de toegankelijkheid van het onderwijs in Nederland over het algemeen goed is, blijkt uit het rapport nog ruimte voor verbetering. Zo zijn er grote verschillen in de deelname aan voorschoolse educatie tussen kinderen uit verschillende inkomensgroepen. In 2022 ging 73 procent van de Nederlandse kinderen tussen 0 en 2 jaar naar de kinderopvang.

Echter, kinderen uit de hoogste inkomensgroep gaan aanzienlijk vaker naar de kinderopvang (88 procent) dan kinderen uit de laagste inkomensgroep (54 procent). Deze ongelijkheid benadrukt het belang van toegankelijke en betaalbare kinderopvang om gelijke kansen te creëren, al vanaf jonge leeftijd.

Uit het rapport blijkt verder dat de financiële thuissituatie een relatief grote rol speelt in de toegankelijkheid van het Nederlandse onderwijs. Alle leerlingen in Nederland kunnen gratis naar het primair en voortgezet onderwijs, maar ouders leveren soms ook een eigen bijdrage. In voortgezet onderwijs en mbo is deze 5 procent, in het primair onderwijs 1 procent. Met name in het hbo en wo (13 procent eigen bijdrage) en voor de voorschoolse educatie en peuteropvang (13 procent eigen bijdrage) is de eigen financiële bijdrage een stuk groter. Dit heeft invloed op de toegankelijkheid van de typen onderwijs.