Beleid, Bestuur, Management & Pedagogiek in het kindcentrum

Reacties op miljoenennota kabinet Schoof

Veel kritiek vanuit het onderwijs op de plannen die het kabinet Schoof op prinsjesdag 2024 in de miljoenennota heeft gepresenteerd. Zien de sectororganisaties in het onderwijs her en der ook wat positieve punten in de onderwijsbegroting, de vakbond AOb reageert boos: het gaat om harde bezuinigingen en vage ambities, zonder financiële onderbouwingen. Want bovenop de al bekende jaarlijkse bezuiniging van een miljard euro op het hoger onderwijs moeten ook primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs de komende jaren samen honderden miljoenen inleveren.
Reacties op miljoenennota kabinet Schoof


AOb-voorzitter Tamar van Gelder kondigt acties aan. ‘Alle opties liggen op tafel en dus ook staken.’ Ze vindt het niet te verteren dat het funderend onderwijs en het mbo structureel meer dan 700 miljoen euro moeten inleveren. Getroffen worden onder andere initiatieven voor meer kansengelijkheid, school en omgeving, maar ook leraren in de Randstad-regio waar het lerarentekort het grootst is. ‘En voor sommige bezuinigingen worden al grote bedragen ingeboekt zonder dat het kabinet weet hoe die uitgevoerd worden’, aldus Van Gelder.

Ook de PO-Raad concludeert dat het primair onderwijs zich zorgen mag maken over de koers van het nieuwe kabinet. De bezuinigingen op het primair onderwijs lopen de komende kabinetsperiode op tot 255 miljoen euro. ‘De koning sprak in zijn troonrede nog uit dat het onderwijs baat heeft bij rust en continuïteit, niet bij grote nieuwe experimenten. Maar met deze begroting stuurt het kabinet-Schoof het onderwijs een storm in’, aldus een bezorgde PO-Raadvoorzitter Freddy Weima. 

De PO-Raad was deze zomer bij de presentatie van het hoofdlijnenakkoord nog voorzichtig optimistisch over het voornemen de losse subsidies te vervangen door meer structurele financiering. Dit voornemen komt helaas onvoldoende terug in de miljoenennota. Bovendien moet in de komende jaren nog ergens 100 miljoen euro bezuinigd worden op subsidies in het primair onderwijs, wordt er flink gekort op het programma school en omgeving en krijgen gemeenten 60 miljoen euro minder voor het onderwijsachterstandenbeleid.

Het kabinet heeft daarnaast geen extra geld opgenomen voor haar grote onderwijsambities. Denk aan het voorgenomen herstelplan onderwijskwaliteit, het vergroten van de zij-instroom en de bonus voor leraren die meer uren willen werken. Ondanks alle bezuinigingen is het goed dat het kabinet scholen structureel compenseert voor de btw-verhoging op schoolboeken en leermiddelen.

Volgens het Nederlands Jeugdinstituut bevat het nieuwe regeerprogramma positieve en negatieve punten voor kinderen en jongeren in Nederland. Het is echter vooral een optelsom van maatregelen zonder samenhang. ‘Er ontbreekt een visie op wat kinderen en jongeren nodig hebben om gezond, veilig en kansrijk op te groeien. Daardoor is het uiteindelijke effect lastig te beoordelen’, zegt Ans van de Maat van het Nederlands Jeugdinstituut.

Het voortzetten van de schoolmaaltijden en de aandacht voor basisvaardigheden als taal en rekenen in het onderwijs zijn op zich positieve punten uit het regeerprogramma. Tegelijkertijd staan in het programma maatregelen die de kansengelijkheid en ontplooiingskansen van kinderen schaden. De btw op sport, cultuur en boeken gaat omhoog. De subsidie voor de maatschappelijke diensttijd wordt afgeschaft. En op het programma school en omgeving, voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, wordt vanaf 2026 veel gekort.

Waar het gaat om het verminderen van het aantal kinderen dat opgroeit in armoede, is de nieuwe regering minder ambitieus dan de vorige. Het vorige kabinet wilde de kinderarmoede verkleinen, het huidige wil die niet verder laten oplopen. Het regeerprogramma legt niet uit hoe de positieve en negatieve keuzes tegen elkaar zijn afgewogen. De regeling voor brede brugklassen is met ingang van 2025 afgeschaft terwijl juist deze regeling leerlingen uit gezinnen met een lage sociaaleconomische positie de ruimte biedt om over te stappen naar een passend schoolniveau en zo hun onderwijskansen vergroot.

Het kabinet gaat wel verder met de uitvoering van de hervormingsagenda jeugd. Dat is voor de ontwikkeling van jeugdhulp van belang. De ambitie van de hervormingsagenda om het jeugdzorggebruik terug te dringen is echter mede afhankelijk van de kwaliteit van de pedagogische basisvoorzieningen. Een visie op die samenhang ontbreekt in het regeerprogramma, aldus het NJi.